Zorgen over het vele pesten

KAATSHEUVEL – De gemeente Loon op Zand is geschrokken van het hoge aantal kinderen dat slachtof­fer is van het pesten op basis- en vmbo-scholen.

Maandag werd in DeWerft in Kaatsheuvel een grote informatie­bijeenkomst gehouden rond het pesten, dit onder leiding van me­disch adviseur Jan van Eijck van de GGD. Ouders kregen de gele­genheid om te discussiëren en te leren om te gaan met het groeiend probleem van pesten. Alle basis­scholen in de gemeente Loon op Zand besteden deze maand extra aandacht aan het pesten. Al snel bleek dat de zaal gevuld was met ouders van jonge ervaringsdeskun­digen. VolgensWethouderWil Lig­tenberg ( Welzijn) neemt het ver­zuim op scholen door pestgedrag toe. „Dan wordt de leerplichtamb­tenaar erop afgestuurd. Maar we willen dat leerkrachten en ouders weten hoe ze moeten reageren bij pestgedrag en weten hoe het voor­komen kan worden.” Uit de cijfers blijkt dat 12 procent vaak, 20 pro­cent één keer per week en 33 pro­cent af en toe gepest wordt.

Uit onderzoek blijkt dat ‘pesters’ een negatief zelfbeeld hebben. Bij jongens gaat pesten vaak samen met lichamelijk geweld en scheld­partijen. Meisjes pesten vaak genie­pig. Pesten komt het meest voor op de speelplaats en op de gang.

Volgens Van Eijck kan gepest wor­den leiden tot depressiviteit en suï­cideneigingen. Ook bedplassen en moeilijk in slaap komen, kan een signaal zijn dat er iets met het kind aan de hand is.

Na een uitleg over hoe een pest­kop of zijn/ haar slachtoffer zijn te herkennen, werden de ouders al­lerlei stellingen voorgelegd. Er kwa­men allerlei ideeën aan de orde, zo­als: ‘ pesters’ moeten een excuus­brief schrijven of een spreekbeurt over pesten houden. Ook de stel­ling ‘Ouders van pesters zijn moei­lijk aan te spreken op het gedrag van hun kind ( omdat hun kind dat niet doet)’ kwam aan de orde.

De ouders waren het erover eens dat ze tijdig moeten worden geïn­formeerd door de school zodra kin­deren gepest worden. Daarnaast viel het idee goed om de kinderen een gedragscode te laten onderte­kenen en die één keer per week in de klas te bespreken.

Eén advies had Van Eijck aan het slot van de bijeenkomst: „ Lees veel boeken over pesten of over ge­pest worden.”