Burgemeester trekt tijdelijk verbod Jeeps Blauwe Meer in

Kaatsheuvel - Het tijdelijk verbod op het rijden met de kleine Jeeps, de zogenaamde Rhino’s, op het terrein van het Blauwe Meer in Loon op Zand, is met ingang van zaterdag 14 april ingetrokken. In goed overleg met de eigenaar van ‘Experience Island’ zijn extra maatregelen genomen om mogelijke herhaling van ongelukken te voorkomen.

Na twee ongevallen in het voorjaar van 2006 met de Jeeps op het terrein van het Blauwe Meer in Loon op Zand, besloot burgemeester Ria van Hoek – Martens het gebruik van de kleine Jeeps, de zogenaamde Rhino’s tijdelijk te verbieden.
In goed overleg tussen de eigenaar van ‘Experience Island’ en de burgemeester is toen besloten om een jaarlijkse veiligheidscontrole te laten uitvoeren door een onafhankelijke instantie. Inmiddels zijn ambtelijke rapportages over de toedracht van de ongevallen beschikbaar gekomen. Van het openbaar ministerie heeft de burgemeester een rapportage (proces-verbaal) ontvangen, dat een beschrijving en (technische) analyse van het eerste ongeval weergeeft.
Bij het intrekken van een tijdelijk verbod maakt de burgemeester een eigen afweging die is gebaseerd op de taak die in de Gemeentewet voor de burgemeester is opgenomen. De uitkomsten van de rapportage en de afspraken zoals die gemaakt zijn over de veiligheidsaudits hebben samen geleid tot de conclusie dat het niet waarschijnlijk is, dat er weer ongevallen plaatsvinden. Daarom heeft de burgemeester besloten het tijdelijk verbod met ingang van zaterdag 14 april 2007 op te heffen.

Voorwaarden
De opheffing van het tijdelijk verbod houdt in, dat weer gebruik kan worden gemaakt van de Rhino’s 660, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan:
1. Er vindt een jaarlijkse veiligheidsaudit voor het complex plaats, waarvan in ieder geval ook het parcours deel uit maakt.
2. Bovenop de al getroffen veiligheidsmaatregelen, moet de eigenaar zorgen voor een veilig gebruik van het parcours. Dit betekent dat het parcours veilig gehouden wordt, dat er voldoende toezicht is en dat goede instructies gegeven worden, voordat van de voertuigjes gebruik wordt gemaakt.
3. In het bijzonder moeten instructies in de Nederlandse taal in de voertuigjes worden aangebracht, moet vooraf gecontroleerd worden of helmen en gordels goed bevestigd zijn en moeten deelnemers tegengehouden worden, als het rijden in de voertuigen een veiligheids- of gezondheidsrisico oplevert (door b.v. drankgebruik of postuur).