Een gildebroeder in hart en nieren

LOON OP ZAND - Het gaat er deze zaterdagmiddag gemoedelijk aan toe in het clubgebouw van gilde St. Hubertus aan de Klokkenlaan in Loon op Zand, waar de jaarlijkse staatsiedag wordt gevierd.

Aan een grote tafel zit jubilaris Marinus Pijnenburg (78) met zijn familie gezellig te keuvelen. De bel wordt 'geroerd' door hoofdman Charles Altheer, die het woord geeft aan gildeheer pastoor Luijckx, die de jubilaris toespreekt. "Het is heel bijzonder dat we dit diamanten lidmaatschap hier mogen beleven. Dat is in alle facetten schitterend."

Na veel mooie woorden krijgt de jubilaris een bijzonder insigne opgespeld. "Het is pas één keer meer voorgekomen dat we iemand hadden die 62 jaar lid was. Dat was Jos Botermans. Die was 92", weet de vergulde Pijnenburg zich te herinneren. Hij is vastbesloten om dit record te gaan breken.

Naast gewoon deken (lid) maakte Pijnenburg dertig jaar deel uit van de overheid (bestuur). Daarnaast hield hij jarenlang het complex bij. Het maaien van het gras en het tuinonderhoud behoorde tot zijn vaste werkzaamheden "Dat is een voortvloeisel van de tijd dat ik nog bij de plantsoenendienst van de gemeente Loon op Zand werkte", zegt Pijnenburg trots. Voor hem is het bezoek dat de koningin in 2001 aan Loon op Zand bracht, waarbij ze over het vaandel van het gilde liep, een van de hoogtepunten van zijn lidmaatschap.

Ook de jaarlijkse verkoop van de St. Hubertusbollen vindt hij nog steeds prachtig.

Wat de toekomst van het gilde betreft, is hij somber: "Ik weet nog dat de vereniging zestig jaar geleden tachtig leden had. Daarnaast stonden er zestig op de wachtlijst. Er komt van onderen niets meer bij." Hij vervolgt: "Vroeger kwamen mensen bij wie de oogst mislukt was naar het gilde om hulp. Die tijd is voorbij. De band met de kerk is wel gebleven." Deken- schrijver (secretaris) Stephan Ansems ziet zeker nog wel toekomst voor het gilde. "We organiseren elk jaar een open dag om de mensen naar het complex toe te trekken, zodat we in beeld blijven."

Pijnenburg is zeker van plan om zolang het zijn gezondheid toelaat lid te blijven. En dat voor God, kerk en gemeenschap.