‘Mensen met een beperking kunnen nóg meer dan ik al dacht’

Kaatsheuvel - ‘Breng mensen bij elkaar. Want als we elkaar in de buurt kénnen, dan kunnen we ook meer voor elkaar betekenen. Op die manier kunnen zorgzame en robuuste wijken ontstaan die op allerlei gebieden voor zichzelf kunnen zorgen.’

Dat was de boodschap die de deelnemers aan de Tour de Brabant elkaar afgelopen maandagavond in sociaal cultureel centrum De Werft in Kaatsheuvel meegaven. Een boodschap die op algemene instemming kon rekenen.

De Tour de Brabant is een reeks bijeenkomsten van mensen met een (verstandelijke) beperking met bestuurders van Brabantse gemeenten. Daarbij worden ook ondernemers, familieleden, mensen die beroepsmatig betrokken zijn en andere belangstellenden uitgenodigd om mee te praten. De reeks wordt georganiseerd door de Stichting Regie over Eigen Leven, die ernaar streeft dat mensen met een (verstandelijke) beperking zo veel mogelijk hun eigen keuzes mogen en kunnen maken. In De Werft bleek al gauw dat de circa zeventig aanwezigen achter dit uitgangspunt staan.

Zo vertelde wethouder Wil Ligtenberg van de gemeente Loon op Zand dat hij zich ervoor schaamt dat de gemeente wel mensen met een lichamelijke beperking in dienst heeft, maar niet met een verstandelijke beperking. “Samen met de gemeenten Waalwijk en Heusden willen we dat deze mensen vaker aan de slag kunnen gaan. Daar ontwikkelen we nu nieuw beleid voor.”
Ook Harry Balvers van welzijnsinstelling Triangel / de Twern kijkt liever naar de kwaliteiten van mensen dan naar hun beperkingen. “Beperkingen hebben we allemaal. Ik kan bijvoorbeeld niet autorijden. Maar we moeten kijken waar we, sámen met de bewoners, verbeteringen kunnen aanbrengen in de wijk. En dan maakt het niet uit of iemand jong of oud is, een kleurtje heeft of een verstandelijke beperking.”
Frank van de Wiel van de stichting Prisma beloofde dat mensen met een verstandelijke beperking op korte termijn gaan deelnemen in het Gehandicaptenplatform.

“Ik hoop dat anderen ons behandelen als gewone mensen”, benadrukte Patrick Kroon, die net als zijn vrouw Conchita Kop een verstandelijke beperking heeft. “Soms kunnen mensen met een beperking veel meer dan je denkt. En als iemand op straat ‘Hé! Een mongool!’ roept, dan denk ik: ‘Nou, die heeft helemáal geen verstand’.”

Aan het eind van de avond werden van alle kanten suggesties aangedragen om de positie van mensen met een beperking te verstevigen. Zo zouden de vooroordelen te lijf gegaan kunnen worden door het verstrekken van meer informatie en het verspreiden van kennis over mensen met een beperking. En natuurlijk zouden ze vanaf het begin betrokken moeten worden bij activiteiten in de buurt. Daarbij kan de organisatie MEE, die in Brabant mensen met een beperking ondersteunt, een handje helpen.
Daarnaast moeten de mensen in de wijken worden opgeroepen om samen aan de slag te gaan of begeleider te zijn bij activiteiten. Maar mensen met een beperking kunnen natuurlijk zelf ook een actieve rol spelen in de samenleving. Dat kan bijvoorbeeld door zichzelf aan te bieden als vrijwilliger of lid te worden van de belangenvereniging Onderling Sterk.

“Denk niet in problemen, maar in oplossingen. En dat geldt ook voor de gemeente”, werd eveneens naar voren gebracht. Daarnaast zou de ondersteuning van mensen met een beperking beter op elkaar afgestemd moeten worden en werd nog eens aangedrongen op een goed toegankelijke inventarisatie van het totale hulpaanbod. Daar is de gemeente overigens al mee bezig.
“Eén ding heb ik vanavond wel geleerd”, besloot wethouder Ligtenberg. “Mensen met een beperking kunnen nóg meer dan ik al dacht.” Of, zoals een spreker in de zaal zei: “Mensen zien ons vaak als kind, maar we zijn volwassenen die wat minder kunnen.”