Raveleijn: vooralsnog een misser van dertig miljoen
KAATSHEUVEL – Voor het eerst in de laatste twintig jaar en zo’n vijftig bezoeken ben ik teleurgesteld thuisgekomen na een dagje Efteling. Dat komt vooral door de onlangs met veel poeha gepresenteerde attractie Raveleijn.
Natuurlijk is de Efteling nog altijd een ruim, bloemrijk park met attracties die de fantasie prikkelen en tot in de puntjes verzorgd zijn.
En ook al volgen de attracties elkaar steeds sneller op de laatste jaren - PandaDroom (2002, kosten 16 miljoen euro), Vliegende Hollander (2007, 20 miljoen), Joris en de Draak (2010, 13 miljoen) en Raveleijn (2011, 30 miljoen) -, het lieflijke Sprookjesbos blijft het échte hart van het park. Gelukkig maar, want met die nostalgie ben ik opgegroeid en die bekoort mij - vijftigplusser - nog altijd het meeste.
Ook bij mij zijn bij iedere nieuwe attractie de verwachtingen hooggespannen. Dat is ingegeven door de wetenschap dat de Efteling topkwaliteit eist en daar voor wil betalen. En gevoed door de steeds indringender reclamecampagnes die de Efteling rond nieuwe attracties voert moet je wel spektakel en topkwaliteit verwachten.
Maar dat biedt Raveleijn niet. Natuurlijk is het decor rond de openluchtarena prachtig en met groot gevoel voor detail afgewerkt, want dáár is de Efteling ijzersterk in. De deceptie zit ‘ m in de show. Die is gewoon niet te begrijpen. Daar helpt het filmpje dat vooraf getoond wordt niets aan. Een ingeblikte Paul van Loon - de schrijver van het verhaal van Raveleijn - verduidelijkt vooraf wel wat, maar niet genoeg. Want na aanvang ontspint zich een opvoering rond een mechanische, meerkoppige draak waarmee vijf ridders strijden. Het is wel duidelijk dat de goeden de kwade graaf Grafhart verslaan, maar wat is de enscenering knullig. Wat gedraaf op paarden, wat gerol in het zand, de graaf druipt af en de show is over. Dat voor Raveleijn stuntmannen en acteurs uit onder meer Nederland, België en Frankrijk ingehuurd zijn, zag ik er niet aan af. Net zo min als ik het nut inzie van nog in het ei gekochte raven, die vervolgens door specialisten zijn afgericht. Ze vliegen even over, als je niet oplet, mis je ze.
De vuurspuwende draak oogt imposant, maar de constructie wordt een groot deel van de show afgedekt door een lelijk blauw zeil.
Van de weinige spelers in de grote arena zijn er ook nog eens twee die niets anders doen dan een paar keer een stuk van dat zeil wegslaan zodat een drakenkop omhoog kan komen. Het is alsof de Efteling niet kon kiezen tussen een mooi verhaal of een spektakelstuk. Nu is het vlees noch vis: ontluisterend voor een attractie van 30 miljoen (weliswaar inclusief de kantoren achter de schermen).
Voor dat geld moet je de toeschouwers van hun stoelen blazen in plaats van ze met een hoop onbeantwoorde vragen over het verhaal achter te laten.
Eén tegenvallende ervaring in het park, maakt dat eigenlijk iets uit?
Dat mag ieder voor zich uitmaken. Op de dag dat ik in het park was, was er wel meer mis. Zo waren er meer attracties buiten gebruik dan bij de entree was aangekondigd.
En de hele dag heb ik geen paraderende sprookjesfiguren, muzikanten of acteurs gezien. Terwijl zij juist voor verrassende ontmoetingen en plezier zorgen. Dat er op allerlei plekken wordt gewerkt is begrijpelijk, nu het park het hele jaar open is. Maar ook dat doet afbreuk aan de magie die de Efteling wil creëren.
Die verdween helemaal toen ik bij vertrek uit het park een parkeerkaart kocht. Die kost 10 euro, bijna een derde van een entreekaartje.
Dat is buiten proporties.
Bron: Brabants Dagblad. Door Johan van Grinsven
Johan van Grinsven is redacteur van het Brabants Dagblad en bezocht onder meer als redacteur toerisme diverse pretparken in binnen- en buitenland.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home